Het RIVM heeft de inname van nitriet en nitraat als voedseladditieven en van lood via voedsel berekend. De inname van nitraat (vanuit het gebruik als voedseladditief) ligt binnen de veilige marge; verder onderzoek is nu niet nodig. De inname van nitriet (vanuit het gebruik als voedseladditief) en de inname van lood via voedsel liggen bij sommige mensen mogelijk niet binnen de veilige marge. Om de uitkomsten van de berekeningen voor lood en nitriet te staven is aanvullend onderzoek nodig. 

Nitriet en nitraat en lood in voedsel

Nitriet en nitraat worden als conserveermiddel toegevoegd aan bepaalde voedingsmiddelen, zoals salami of ham (nitriet) en kaas (nitraat). Beide stoffen komen ook van nature voor in voedsel; de inname van nitraat uit natuurlijke bron is meegenomen in de berekeningen. Dit was niet mogelijk voor nitriet vanwege een gebrek aan gegevens. Lood komt in voedsel terecht doordat planten en gewassen het uit de bodem opnemen of door menselijk handelen. Door het gebruik van loodvrije benzine en verf, zijn de concentraties van lood in voedsel de laatste decennia afgenomen. 

Verschillende manieren om de inname te berekenen

Voor nitraat en nitriet is de inname berekend op basis van maximum toegestane gehalten, die zijn vastgelegd in de Europese additievenverordening. Dit is een grofmazige methode om de inname te berekenen. De in de praktijk gebruikte additievengehalten waren niet beschikbaar. De berekeningen voor lood zijn uitgevoerd met gemeten gehalten in voedsel, zodat de best mogelijke innameschattingen op basis van de beschikbare data zijn verkregen.

Inname vergeleken met gezondheidskundige advieswaarden

De berekende innamen van lood, nitraat en nitriet zijn vergeleken met gezondheidskundige advieswaarden om vast te stellen of de innamen binnen de veilige marges blijven. Hiervoor zijn de advieswaarden gebruikt zoals vastgesteld door de Europese Autoriteit voor Voedselveiligheid (EFSA Europese Voedselveiligheidsautoriteit (Europese Voedselveiligheidsautoriteit)). Uit de evaluatie van de toxicologie door EFSA blijkt dat nitriet bij te hoge innamen nadelige effecten kan hebben op de longen en het hart, en nitraat op de groei van jonge kinderen. Lood kan bij te hoge innamen effecten hebben op de hersenontwikkeling, nieren en bloeddruk. 

Aanvullend onderzoek

Voor aanvullend onderzoek naar de inname van nitriet is het nodig om de maximale hoeveelheden die van nitriet als additief toegevoegd mogen worden aan voedsel te vervangen door in de praktijk gebruikte gehalten of gemeten gehalten, waarbij de gemeten gehalten de voorkeur hebben. Gemeten gehalten geven ook inzicht in de hoeveelheid van nature aanwezig nitriet in voedingsmiddelen. Van afgeleide stoffen van nitriet, die nu niet meegenomen zijn in de berekening vanwege het ontbreken van recente gegevens, zijn ook gemeten gehalten gewenst om goed te kunnen beoordelen of ze bij het huidige gebruik van nitriet een probleem vormen.
Aanvullend onderzoek naar de inname van lood zou uitgevoerd kunnen worden via biomonitoring. Biomonitoring blijkt volgens literatuuronderzoek van het RIVM een geschikte methode om onderzoek te doen naar de blootstelling aan lood en cadmium en de gezondheidseffecten daarvan. Blootstelling aan en effecten van lood en cadmium worden dan gemeten door analyses in bloed- en urinemonsters van vrijwilligers. Biomonitoring heeft een meerwaarde bij de risicobeoordeling van deze stoffen omdat de blootstelling via meerdere routes tegelijk (via voedsel, inademen en/of huidcontact) wordt gemeten. Ook kan op deze manier worden onderzocht of eventuele schadelijke effecten daadwerkelijk optreden.