Het toevoegen van een extra adjuvant (hulpstof) aan de huidige kinkhoestvaccins kan de effectiviteit ervan vergroten. En een nieuwe generatie vaccin, een zogenaamd outer-membrane vesicle vaccin, zou nog effectiever kunnen beschermen tegen kinkhoest. RIVM’er Jolanda Brummelman promoveert vandaag aan de Universiteit Utrecht op dit onderzoek.

De laatste decennia neemt het aantal kinkhoestgevallen toe, ondanks vaccinatie. Het RIVM doet onderzoek om meer inzicht te krijgen in de eigenschappen van de afweermachine tegen de kinkhoestbacterie, zodat kan worden gezocht naar betere methoden ter bescherming. Jolanda Brummelman onderzocht met behulp van muizen welke afweermechanismen langdurigere en effectievere bescherming kunnen bieden tegen kinkhoestbacteriën. Daarbij lag de focus op de CD4 cluster of differentiation 4 (cluster of differentiation 4)+ T-cel. Die zorgt ervoor dat bacteriën in het lichaam effectief worden opgeruimd en dat het lichaam bij een volgende kinkhoestinfectie sneller reageert.

Uit het onderzoek bleek dat het lichaam na een kinkhoestvaccinatie minder effectieve T-cellen aanmaakt dan na het doormaken van de ziekte zelf. Dit kan worden verbeterd door een extra adjuvant toe te voegen aan de huidige vaccins. Dit adjuvant moet zó worden gekozen dat het menselijk lichaam de optimale T-cellen aanmaakt. Dat dit principe werkt in muizen, is met dit fundamentele onderzoek aangetoond.

Een nieuwe generatie vaccin, een outer-membrane vesicle vaccin (OMV outer-membrane vesicle vaccine (outer-membrane vesicle vaccine)-vaccin), kan voor nòg betere bescherming tegen kinkhoest zorgen. Een dergelijk vaccin bevat meer eiwitten, waardoor een brede afweerrespons wordt opgewekt. Bovendien heeft een OMV-vaccin van nature al adjuvanteigenschappen waardoor het toevoegen van extra hulpstoffen mogelijk overbodig is. Brummelman onderzocht dit type vaccin bij muizen, in samenwerking met IntraVacc, ontwikkelaar van vaccin concepten en -technologieën. Het OMV-vaccin werkte goed en wekte de optimale T-cel respons op, vooral wanneer het direct in de longen van de muizen werd toegediend. Er is nader onderzoek nodig om te bekijken of en hoe deze bevindingen kunnen worden toegepast bij mensen.

Dit promotie-onderzoek is uitgevoerd binnen het RIVM, in het kader van het Strategisch Programma RIVM (SPR), een programma voor onderzoek, innovatie en kennisontwikkeling. De co-promotors zijn dr. Cécile van Els en dr. Wanda Han (voormalig RIVM’er). De fundamentele kennis die dit onderzoek oplevert draagt bij aan de ontwikkeling van nieuwe kinkhoestvaccins en vaccinatiestrategieën. Daarnaast is deze kennis belangrijk ter ondersteuning van de overheid voor haar beleid rondom de preventie van kinkhoest door middel van vaccinatie.

De samenvatting van het proefschrift vindt u onder download rechts op de pagina. Het volledige proefschrift wordt later dit jaar gepubliceerd.