Ouderen, mensen met een hoge opleiding, en mensen die in stadscentra wonen, nemen vaker de fiets voor korte ritten. Mensen onder de 65 jaar, zonder hoge opleiding, en die in landelijke en groenstedelijke gebieden wonen, nemen daarentegen vaker de auto. De vervoermiddelkeuze hangt sterk samen met de beleving van de bereikbaarheid van de voorzieningen. Dit staat los van de daadwerkelijke bereikbaarheid. Dit blijkt uit het promotieonderzoek van Eline Scheepers (RIVM) dat zij in samenwerking met de TU Technische Universiteit (Technische Universiteit) Eindhoven en de VU Vrije Universiteit (Vrije Universiteit) Amsterdam deed.

Nederlanders verplaatsen zich per dag gemiddeld drie keer. Ongeveer 70% van al deze verplaatsingen is korter dan 7,5 km kilometer (kilometer). Wanneer we een rit van 7,5 km op de fiets maken, komt dit overeen met ongeveer 30 minuten fietsen. Kortom, een makkelijke manier om aan de beweegnorm te voldoen. De praktijk is anders: slechts een derde van deze ritten wordt met de fiets gedaan. Het stimuleren van fietsen en lopen in plaats van het gebruik van de auto heeft niet alleen een positieve invloed op onze gezondheid, maar ook op het milieu, als gevolg van een afname in luchtverontreiniging en broeikasgassen.

In gesprek met doelgroep

De resultaten van de onderzoeken in dit proefschrift wijzen erop dat het stimuleren van actief transport niet alleen gericht moet zijn op de omgeving, maar ook op de individuele perceptie van die omgeving. 'Zo is het bijvoorbeeld mogelijk dat de aanleg van een tunneltje als oplossing voor een druk kruispunt op papier een goede oplossing lijkt, maar dat in gesprek met de doelgroep naar voren komt dat dit tunneltje juist niet aansluit bij de wensen van de doelgroep omdat het bijvoorbeeld als onveilig wordt ervaren', legt Eline Scheepers uit. 'Wanneer je in gesprek gaat met deze doelgroepen en aandacht besteedt aan hun beleving, dan is de kans dat ze daadwerkelijk hun gedrag gaan veranderen waarschijnlijk groter. Dus uit de auto en op de fiets.'