Het RIVM ontwikkelt methodieken voor het signaleren van nog onbekende risico’s van chemische stoffen voor werkers, consumenten en milieu. Doel van de methodieken is om de nadelige effecten van blootstelling aan stoffen sneller te signaleren, zodat beleidsmakers tijdig maatregelen kunnen nemen. Het RIVM heeft een tussenrapport uitgebracht over de voortgang van deze methodiekontwikkelingen.

Er kunnen op korte of lange termijn nieuwe risico’s van stoffen voor mens of milieu ontstaan. Van stoffen die al langer worden gebruikt, kunnen ongewenste effecten aan het licht komen als de stof via een andere blootstellingsroute (bijvoorbeeld inhalatie) bij de mens binnenkomt of als de stof nieuwe, niet eerder bekende nadelige effecten veroorzaakt. Ook recent op de markt gebrachte stoffen, waarvan de nadelige effecten onvoldoende in kaart zijn gebracht, kunnen de gezondheid van mens en milieu schaden.

Risico’s voor werkers

Met behulp van de methode is al een aantal risico’s voor werkers in kaart gebracht. Een voorbeeld hiervan is de signalering van blootstelling aan diacetyl als nieuw risico. De  ernstige luchtwegaandoeningen bij werkers bij de productie van popcorn waren al bekend. Inmiddels lijken de door diacetyl veroorzaakte klachten aan de luchtwegen ook voor te komen bij werkers van andere sectoren.

De methodieken voor de onderdelen consumenten en milieu zijn nog in ontwikkeling. Na afronding kunnen ook hier nieuwe en opkomende risico’s in beeld worden gebracht. Het RIVM doet sinds 2012 onderzoek naar methoden om dergelijke nieuwe risico’s van stoffen, ook wel New or Emerging Risks of Chemicals (NERCs New or Emerging Risks of Chemicals (New or Emerging Risks of Chemicals)) genoemd, op te sporen.