De hoeveelheid cadmium die mensen gemiddeld gedurende hun leven via de voeding binnenkrijgen is zodanig laag dat het risico op schadelijke gezondheidseffecten verwaarloosbaar is. Dat blijkt uit berekeningen van het RIVM.

De gemiddelde cadmiuminname varieert van 0,57 microgram per kilo lichaamsgewicht per dag bij 2-jarigen tot ongeveer 0,20 microgram per kilo lichaamsgewicht per dag op volwassen leeftijd.

Bodem

De voedselgroepen granen, aardappels, groente en fruit dragen het meeste bij aan de totale blootstelling (circa 80 procent). Cadmium komt vooral via de bodem in voeding terecht. De stof kan nadelig zijn voor de gezondheid doordat het stapelt in de nieren. Wanneer de concentratie te hoog wordt, kan het de werking van de nieren schaden.

Methode

De beschikbare concentratiegegevens van cadmium in producten zijn gecombineerd met voedselconsumptiegegevens van de Voedselconsumptiepeiling. Daarna is de berekende inname vergeleken met de gezondheidslimiet die voor deze stof geldt. Deze limiet is gebaseerd op de gemiddelde hoeveelheid van een stof waar mensen langdurig dagelijks aan mogen worden blootgesteld, zonder dat dit nadelige gevolgen heeft voor de gezondheid.

Beschikbare concentratiegegevens

Voor de innameberekening van cadmium zijn voldoende concentratiegegevens beschikbaar voor producten als melk, granen, groente, fruit en aardappelen. Van een aantal voedingsmiddelen zijn deze gegevens niet of slechts beperkt beschikbaar, waaronder vlees, pindaproducten, bewerkte cacao, oliezaden (vooral zonnebloempitten), ananas, runder- en varkenslever en bepaalde vissoorten (koolvis, kabeljauw, zalm en haring). Met deze gegevens zou de innameberekening verder kunnen worden geoptimaliseerd.