De emissie van de meeste broeikasgassen en luchtverontreinigende stoffen in Nederland is sinds 1990 afgenomen. Alleen de uitstoot van broeikasgas CO2 carbon dioxide (carbon dioxide) nam sinds het basisjaar 1990 met circa 4 procent toe, hoewel ook hier de afgelopen jaren een dalende trend is gerapporteerd.

Dit blijkt uit gegevens die zijn gepubliceerd op de website van de Emissieregistratie, de nationale inventarisatie van emissies, onder coördinatie van het RIVM.

Broeikasgassen

De totale uitstoot van broeikasgassen daalde sinds het basisjaar met circa 10 procent. De emissie van de niet-CO2 carbon dioxide (carbon dioxide) broeikasgassen is sinds het basisjaar met 51 procent afgenomen. De CO2-uitstoot steeg  echter met 4 procent.

De daling van de broeikasgasuitstoot is dus toe te schrijven aan de afnemende emissie van de niet-CO2 broeikasgassen methaan, lachgas en F-gassen (HFK fluorkoolwaterstoffen (fluorkoolwaterstoffen)'s, PFK's perfluorkoolstoffen (perfluorkoolstoffen), SF6).

De uitstoot van methaan was in 2012 met 42 procent lager dan in 1990, vooral als gevolg van afnemende emissies uit stortplaatsen. De uitstoot van lachgas daalde met 55 procent door onder meer maatregelen van de chemische industrie bij de productie van salpeterzuur en maatregelen in de landbouw. De uitstoot van F-gassen daalde met 71 procent ten opzichte van 1995 (voor deze gassen geldt een afwijkend basisjaar).

Verzuring en grootschalige luchtverontreiniging

Ook de emissies van verzurende stoffen en grootschalige luchtverontreiniging van de sectoren die vallen onder de nationale emissieplafonds zijn fors afgenomen. Deze emissieplafonds, of National Emission Ceilings (NEC national emission ceiling (national emission ceiling)), zijn internationaal afgesproken maximale emissie-niveaus voor stikstofoxiden, zwaveloxiden, fijn stof (PM2,5 fijnstof (fijnstof)), ammoniak en VOS vluchtige organische stoffen (vluchtige organische stoffen) per land.

Zo daalde de uitstoot van stikstofoxiden met 46 procent ten opzichte van 1990, grotendeels door emissie-eisen aan personenauto’s en vrachtverkeer.
De emissie van zwaveldioxide nam in dezelfde periode met 75 procent af. Deze daling is onder meer toe te schrijven aan rookgasreiniging bij raffinaderijen, industrie en de energiesector. Ook het gebruik van gas in plaats van olie bij raffinaderijen en chemische industrie en de inzet van kolen met lager zwavelgehalte in kolengestookte energiecentrales droegen hieraan bij.

De uitstoot van ammoniak vanuit de landbouw daalde in de jaren negentig van de vorige eeuw met ruim de helft vooral door het verbod op het bovengronds uitrijden van mest, door een geringe daling in het aantal dieren en meer recent door eiwitarme voeding en het gebruik van gaswassers. De laatste jaren daalt de emissie van ammoniak minder sterk.

Doelen en gemeten concentraties

De doelen van de Nationale Emissieplafonds zijn in de periode 1990-2012 gehaald, met uitzondering van de uitstoot van stokstofdioxide in 2010. Ook de in het Kyoto protocol afgesproken reductie van broeikasgassen (6 procent) is bereikt.

De internationale afspraken voor de gemeten concentraties in de lucht zijn echter niet overal in Nederland gehaald. Dit geldt voor de concentraties stikstofoxiden, fijn stof in de lucht en ook voor de depositie van stikstof (vermesting) in natuurgebieden. Voor de Europese Nitraatrichtlijn en de Europese grenswaarden voor Luchtkwaliteit (fijn stof en stikstofoxide) kreeg Nederland echter derogatie bij de Europese Unie om onder voorwaarden nog niet aan de eisen te hoeven voldoen.

Symposium

Op 17 juni 2014 vond in Utrecht het symposium Vernieuwing Emissieregistratie plaats, waar werd gesproken over de manier waarop veranderingen van Emnissieregistratie vorm krijgen.