Het RIVM werkt aan een systeem dat nieuwe risico’s van gevaarlijke stoffen in de werkomgeving snel kan oppikken, zodat overheden en bedrijven snel kunnen communiceren over de risico’s en tijdig maatregelen kunnen treffen. Hiermee kan worden voorkomen dat meer mensen ziek worden. Partners binnen het project zijn het Nederlands Centrum voor Beroepsziekten, TNO, Nederlandse kenniscentra op het gebied van arbeidsgerelateerde gezondheidseffecten en het internationale netwerk MODERNET Monitoring Occupational Diseases and tracing New and Emerging Risks in a NETwork (Monitoring Occupational Diseases and tracing New and Emerging Risks in a NETwork).

Nederland kent wet- en regelgeving om de risico’s van gevaarlijke stoffen op de werkvloer te beperken. Toch doen zich nog altijd nieuwe risico’s voor. Zo is het gebruik van de smaakstof boteraroma (di-acetyl) gereguleerd voor mensen die in bedrijven werken waar popcorn wordt gemaakt. Na inademing kan deze stof een zeer ernstige luchtwegaandoening kan veroorzaken. Desondanks wordt deze smaakstof in andere branches, zoals de koffieverwerkende industrie, nog steeds gebruikt.

Melden van arbeidsgerelateerde risico’s

Als aanzet tot het gewenste systeem is bij het Nederlands Centrum voor Beroepsziekten (NCvB) sinds juli 2013 het online loket SIGNAAL beschikbaar, waar bedrijfsartsen een mogelijk nieuw arbeidsgerelateerd risico kunnen melden. Stoffen die in potentie een nieuw risico vormen zullen worden geëvalueerd door de onlangs opgerichte Nederlandse expertgroep van bedrijfsartsen, toxicologen, arbeidshygiënisten en andere deskundigen.

Vervolgens kunnen mogelijk arbeidsgerelateerde risico’s worden ingebracht bij Modernet, een internationaal netwerk van professionals die nieuwe risico’s onderzoeken en kennis met elkaar delen en daarmee eventuele maatregelen voeden. Als deskundigen het eens zijn over het risico, kunnen overheden en het bedrijfsleven maatregelen nemen. Nederland is een van de initiatiefnemers van Modernet, dat al enkele jaren bestaat.

Oorzaken

Er is relatief weinig bekend over de schadelijke effecten van stoffen op het werk. Dat komt onder andere doordat de risicobeoordeling van de meeste stoffen wordt gebaseerd op tests waarbij de stof wordt ingeslikt. Voor werkers is het contact met een stof via de luchtwegen (inademen) of huid echter relevant.

Daarnaast ontbreekt het veel bedrijfsartsen aan specifieke kennis over arbeidsgerelateerde gezondheidseffecten van gevaarlijke stoffen. Ook communiceert de Nederlandse reguliere gezondheidszorg zelden met de bedrijfsgezondheidszorg over mogelijke verbanden tussen aandoeningen en de werkomgeving.

Het gevolg is dat nieuwe gezondheidseffecten op de werkvloer in Nederland bijna niet, of te laat, worden opgepikt. Dit is mede te wijten aan het Nederlandse financieringsstelsel, waarbij verzekeraars niet worden geprikkeld om te achterhalen wat de oorzaak is van een ziekte. In enkele Europese landen is deze prikkel er wel en worden nieuwe cases gerapporteerd en in databases verwerkt.

Nieuwe risico’s van gevaarlijke stoffen

Naast de nieuwe risico’s van gevaarlijke stoffen op de werkplek onderzoekt het RIVM, ook gezamenlijk met andere partners, de nieuwe risico’s in het milieu en bij de consument. Hierover zal separaat worden gerapporteerd.