Uit onderzoek van het RIVM en UMC Universitair Medisch Centrum (Universitair Medisch Centrum) Utrecht blijkt dat kinderen die naar een kinderdagverblijf gaan vaker buikgriep (gastro-enteritis) hebben. Dat heeft medische en economische gevolgen. Zo bezoeken ze gemiddeld tweemaal zo vaak de huisarts en worden ze tweemaal zo vaak opgenomen in het ziekenhuis vanwege complicaties als kinderen die niet naar een kinderdagverblijf gaan. In Nederland worden de totale maatschappelijke kosten voor buikgriep gerelateerd aan de kinderopvang geschat op 25 miljoen euro per jaar. Onderzoeker Remko Enserink verwacht dat het beter uitvoeren van bestaande maatregelen om infectieziekten te voorkomen waarschijnlijk niet alleen minder zieke kinderen oplevert, maar ook lagere maatschappelijke kosten.

Hoe jonger het kind, hoe groter het risico op buikgriep

Kinderen hebben een grotere kans om buikgriep op te lopen in het kinderdagverblijf. Hoe jonger het kind, hoe groter de kans op buikgriep. Dat komt omdat de weerstand van jonge kinderen nog volop in ontwikkeling is. Het risico op ziekenhuisopname vanwege complicaties van buikgriep is bijvoorbeeld het hoogst vlak na het eerste bezoek aan het kinderdagverblijf. “Maar kinderen die een kinderdagverblijf bezoeken ontwikkelen op de lange termijn geen betere weerstand tegen ernstige gastro-enteritis dan kinderen die thuis worden opgevangen”, aldus de onderzoeker.

Lagere arbeidsproductiviteit ouders vanwege zorg voor kind

De verschillen in maatschappelijke kosten komen grotendeels voort uit de lagere arbeidsproductiviteit van de ouders vanwege de zorg voor hun kind. Enserink: “Ouders die gebruikmaken van kinderopvang werken en verdienen over het algemeen meer dan ouders die daar geen gebruik van maken. Ik vermoed zelfs dat de werkelijke productiviteitsverliezen nog veel hoger kunnen liggen omdat ouders aangestoken kunnen worden door hun zieke kind. We zien bijvoorbeeld dat gezinsleden een vijf keer zo hoog risico lopen om ziek te worden via hun zieke kind. Daar hebben we in onze kostenberekeningen nu geen rekening mee gehouden.”

Dieren en zandbakken werken buikgriep in de hand

Grote kinderdagverblijven met een grote concentratie aan kinderen, de aanwezigheid van dieren, zandbakken en zwembadjes en centrale verschoonruimten lijken buikgriep in de hand te werken. Ook als medewerkers zich gedurende de dag op verschillende groepen bewegen, vergroot dat de kans op buikgriep. Dat lijkt eveneens het geval als beddengoed en speelgoed niet dagelijks worden schoongemaakt, oppervlakten niet met chloor worden gedesinfecteerd en braaksel wordt opgeruimd met katoenen doekjes zonder allesreiniger. Het lijkt erop dat de kans op buikgriep kleiner is als tijdens een uitbraak zieke kinderen gescheiden worden opgevangen en worden geweerd van het kinderdagverblijf. Bovendien zijn er in het onderzoek aanwijzingen dat het bij een uitbraak van belang is dat medewerkers zoveel mogelijk op hun eigen groep blijven staan en zieke collega’s thuis blijven.

Keurmerk Gezonde Kinderopvang

Het beter uitvoeren van bestaande, eenvoudige maatregelen om infectieziekten te voorkomen levert waarschijnlijk niet alleen minder zieke kinderen op, maar ook lagere maatschappelijke kosten. Daarom vindt RIVM-onderzoeker Enserink het belangrijk om de effectiviteit en haalbaarheid van het verminderen van de risicofactoren die hij signaleert, nader te onderzoeken. Een kwaliteitskeurmerk voor kinderopvangverblijven kan stimuleren dat zij er op toezien dat bewezen effectieve strategieën worden nageleefd. Uit onderzoek van het RIVM lijkt er draagvlak te zijn voor een vignet Gezonde Kinderopvang. Of en hoe dit vignet vorm krijgt is nog niet duidelijk. Momenteel wordt eerst een aanpak Gezonde Kinderopvang geschreven. Gekeken wordt op welke manier de genoemde maatregelen mee genomen kunnen worden in de aanpak.