De gemiddelde jaarlijkse ziektelast voor de totale Nederlandse bevolking is het hoogst voor ernstige pneumokokkenziekte en griep. Dit blijkt op basis van gegevens over 32 infectieziekten uit de jaarlijkse ‘Staat van Infectieziekten in Nederland’ van het RIVM. De ziektelast is de hoeveelheid jaren in goede gezondheid die verloren gaan. Deze en andere uitkomsten uit het rapport worden door beleidsmakers binnen de gezondheidszorg gebruikt om preventieve maatregelen te beoordelen.

Sommige infectieziekten, zoals maag-darminfecties, komen erg vaak voor maar veroorzaken meestal geen heel ernstige klachten. Andere daarentegen, bijvoorbeeld tetanus, komen slechts zelden voor maar veroorzaken relatief veel sterfgevallen. Een gezondheidsmaat die deze aspecten van ziekten combineert is de Disability Adjusted Life Year (DALY Disability Adjusted Life Year (Disability Adjusted Life Year)).

In de Staat van Infectieziekten 2013 is voor het eerst op een gestandaardiseerde manier voor 32 infectieziekten de Nederlandse ziektelast geschat tussen 2007 en 2011. De gemiddelde jaarlijkse ziektelast voor de totale Nederlandse bevolking was voor ernstige pneumokokkenziekte 9444 DALY’s per jaar en voor griep 8670 DALY’s per jaar. Daarmee vertegenwoordigden deze infectieziektes respectievelijk 16 en 15 procent van de totale ziektelast van 32 infectieziekten.

Na polio en difterie (0 gevallen in de onderzochte periode), werd de laagste ziektelast geschat voor rodehond op 0,14 DALY’s per jaar. De ziektelast voor deze ziekten is zo laag dankzij het hoge bereik en de effectiviteit van het Rijksvaccinatieprogramma. De ziektelast per individu varieerde van 0,2 DALY’s per honderd infecties voor giardiasis (diarree die wordt veroorzaakt door een parasiet), tot 5081 en 3581 DALY’s per honderd infecties voor respectievelijk hondsdolheid en een variant van de ziekte van Creutzfeldt-Jakob (‘Gekke Koeienziekte’).

Voor de ziektelaststudie geldt dat de resultaten onder andere afhankelijk zijn van de beschikbaarheid van accurate gegevens over de mate waarin de ziekten voorkomen. Vooral informatief is het om de trends over de tijd te gaan volgen. Daarnaast zal voortdurend geprobeerd worden verbeteringen in schattingen te maken na het beschikbaar komen van nieuwe relevante informatie.