Sinds 1996 komt kinkhoest vaker voor in Nederland, ook onder volwassenen. Elke 2 tot 4 jaar is er een piek in het aantal kinkhoestmeldingen. Op deze pagina staan de actuele cijfers over kinkhoest in Nederland. Deze cijfers werkt het RIVM iedere maand bij.

15 maart 2024: Aantal meldingen blijft stijgen, tenminste vier baby’s overleden 

Het aantal meldingen van kinderen met kinkhoest blijft stijgen. Eerder meldde het RIVM al zorgen te hebben over de stijging. Sindsdien krijgt het RIVM ongeveer 200-300 meldingen per week van kinderen met kinkhoest. Daarbij gaat het om minimaal 20 baby’s (kinderen jonger dan 1 jaar) per week. Ongeveer de helft van de baby’s met kinkhoest werd afgelopen weken opgenomen in het ziekenhuis. Bij het RIVM is in de periode februari-maart het overlijden van vier baby’s aan de gevolgen van kinkhoest gemeld.  

De stijging van het aantal baby’s met kinkhoest is in het hele land zichtbaar. Eerder was de stijging te zien in de bible belt. Ongeveer 85% van de baby’s was niet voldoende beschermd tegen kinkhoest omdat de baby en/of de moeder niet gevaccineerd was.  

Vaccinatie van zwangeren en pasgeboren baby’s is de belangrijkste manier om kinkhoest te voorkomen. Een zwangere die de vaccinatie op tijd haalt (22-wekenprik) is beschermd tegen kinkhoest. Ook de baby is dan meteen na de geboorte beschermd. De vaccinatie voorkomt bij 9 van de 10 baby’s jonger dan 3 maanden een kinkhoestinfectie. 

Verder blijft het RIVM mensen die hoesten en snotteren oproepen om contact met hoogzwangeren en pasgeboren baby’s te vermijden.  

Lees meer over kinkhoest 

Kinkhoestmeldingen per maand 2023 en 2024

Artsen en hoofden van laboratoria melden een patiënt met kinkhoest aan de GGD Gemeentelijke Gezondheidsdienst (Gemeentelijke Gezondheidsdienst). De grafieken hieronder tonen het aantal meldingen van mensen met kinkhoest in Nederland.

Onderstaande figuur toont het aantal meldingen van kinkhoest per maand in het afgelopen jaar. De aantallen voor met name de laatste maand zijn nog niet compleet. Dit komt omdat veel meldingen pas later binnenkomen. 

Grafiek kinkhoestmeldingen per maand

Sla de grafiek Kinkhoestmeldingen per maand over en ga naar de datatabel

Figuur 1: Aantal kinkhoestmeldingen met een eerste ziektedag in 2023 en 2024, per maand.
Voor december 2023 en januari-maart 2024 worden voorlopige aantallen getoond. Door een vertraging tussen de eerste ziektedag en de melddatum neemt het aantal meldingen in deze maanden nog toe.

Meldingen van kinkhoest van 1976-2024

Onderstaande figuur toont het aantal kinkhoestmeldingen per jaar sinds 1976. In de jaren 1996-2020 was het aantal meldingen van kinkhoest hoger, ook bij volwassenen. Dit omdat de structuur van de bacterie is veranderd. Daardoor kan de bacterie makkelijker mensen ziek maken die al gevaccineerd zijn.   

In 2012 was er een piek met 83 meldingen op elke 100.000 mensen. Tussen april 2020 en juni 2023 waren er veel minder kinkhoestmeldingen. Waarschijnlijk werkten de maatregelen tegen de verspreiding van het coronavirus ook tegen de verspreiding van de kinkhoestbacterie.

Kinkhoestmeldingen

Sla de grafiek Kinkhoestmeldingen per jaar over en ga naar de datatabel

Figuur 2: Meldingen van kinkhoest van 1976-2024. Aantallen tot en met 1988 zijn gebaseerd op meldingsdatum. Aantallen vanaf 1989 zijn gebaseerd op de eerste ziektedag. Vanaf 1988 tot 1997 golden strengere voorwaarden om een kinkhoestmelding te doen. Voor 2023 en 2024 worden voorlopige aantallen getoond. 
*Voorlopige aantallen 
**Meldingen van 1 januari t/m 10 maart 2024

Zuigelingen met een eerste ziektedag in 2024 in Nederland

Onderstaande kaart toont het aantal kinkhoestmeldingen (van zuigelingen van 0 - 11 maanden met een eerste ziektedag in 2024. Het gaat om de aantallen per gemeente. 

Grafiek aantal zuigelingen per maand met kinkhoest

Sla de grafiek Aantal zuigelingen per maand met kinkhoest over en ga naar de datatabel

Figuur 3 : Aantal gemelde zuigelingen per maand (melding van de eerste ziektedag). Het aantal meldingen met een eerste ziektedag in februari 2024 zal nog toenemen vanwege een vertraging tussen de eerste ziektedag en de melddatum. Het aantal meldingen met een eerste ziektedag in maart 2024 is nog te laag om in deze grafiek te tonen.

Kinkhoestmeldingen per jaar per leeftijd vanaf 2000

De figuur hieronder toont het aantal meldingen van kinkhoest per 100.000 inwoners per leeftijdsgroep vanaf 2000. Na de piek van kinkhoestmeldingen in 2012 volgde een daling in 2013. Ook de daling tijdens de Covid-jaren is goed in deze figuur te zien.

Kinkhoestmeldingen per jaar per leeftijd vanaf 2000-2023

Sla de grafiek Kinkhoestmeldingen per jaar per leeftijd over en ga naar de datatabel

Figuur 4: Aantal meldingen van kinkhoest per 100.000 inwoners per leeftijdsgroep van 2000-2024. *Voor 2023 en 2024 worden voorlopige aantallen getoond. **Gebaseerd op meldingen van 1 januari t/m 10 maart.

Sterfte door Kinkhoest van 1905-1956 en van 1957-2022

Voor de invoering van vaccinatie tegen kinkhoest in 1957, stierven elk jaar ongeveer 200 kinderen aan de ziekte. Na de invoering van de kinkhoestvaccinatie is het aantal kinderen met kinkhoest sterk gedaald.

Kinkhoeststerfte 1957-2022

Sla de grafiek Kinkhoest sterfte over en ga naar de datatabel

Figuur 5a: Kinkhoeststerfte van 1957-2022 (Bron: CBS Centraal Bureau voor de Statistiek (Centraal Bureau voor de Statistiek) Statline). Voor het coderen van de doodsoorzaken is het CBS in statistiekjaar 2013 overgegaan op het deels automatisch coderen van doodsoorzaken.
*Het jaar 2022 betreft voorlopige data.

Kinkhoeststerfte 1905-1955

Sla de grafiek Kinkhoest sterfte over en ga naar de datatabel

Figuur 5b: Kinkhoeststerfte van 1905-1956 (Bron: CBS Centraal Bureau voor de Statistiek (Centraal Bureau voor de Statistiek) Statline)